Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat ik spreek, spreek ik [32]niet naar den Heere, maar als in onwijsheid, in deze [33]vasten grond der roeming. 32. Dat is, niet gelijk den Heere waardig is, of zijnen dienaren, namelijk zo gij de uitwendige woorden alleen aanziet, en niet op het doel of einde let, waarom ik zulks doe, hetwelk is om mijn apostelschap onder u tegen deze roemers te verdedigen, dat ik van des Heeren wege ook gehouden ben te doen. 33. Gr. zelfstandigheid der roeming. Of, vertrouwen, vrijmoedigheid. Zie hfdst.9 vs.4.